En:
Mijn stokpaardje: Hardnekkig taboe van De Volkskrant op realisme verdwijnt stilletjes
Nieuws: Mijn werk: in boeken, tijdschriften, sites, exposities, kunstkaart, en finales
Gezien van de Riet, Proost, tempera and oil on panel, 50x80cm.
Het is ‘em!
Met mijn geliefde huisgenoot ga ik vaak de bergen in. Van de vele herinneringen liet deze
ene me niet los: Proost!
Ik gaf mezelf de opdracht voor een portret. Ja, de blik, de uitdrukking! Ik streefde naar zo groot mogelijke gelijkenis, want die uitdrukking verdween soms ineens door een miniem stipje, vooral bij de mondhoek. En ook de rest was er aan vastgeklonken. Blauwe trui? Andere kleur. Het licht? Zachter. Ik stelde me uiterst dienstbaar op om juist daardoor mijn zin te krijgen. Nu hangt het schilderij in mijn atelier.
J. Robert. Adolphe. Fils d'Arnout Duc de Gueldres. Photo credit: fr.wikipedia.org
Een gezicht kun je zien als een landschap met glooiingen. O wee wanneer die te steil uitvallen. Dan krijg je builen en kuilen.
‘Het is ‘em, maar wat is t’ie veranderd!’ was dan het gevleugelde commentaar van mijn schoonvader. Zo’n sarcastische opmerking zou hij zeker hebben gemaakt over het bovenstaande portret van Hertog Adolph van Gelder.
Edvard Munch, Self portrait, 1882. Photo credit: Meisterdrucke.nl
‘Jammer’ dacht ik bij het portret van Edvard Munch (1863-1944). Het gevoelige schilderij raakte me, maar dat kleine te lichte vlekje bij de mondhoek lijkt een bultje. Munch maakte zich bewust los van de klassieke traditie, echter, meer vrijheid betekende toch niet dat je zo’n bultje op het gezicht liet staan? Net een wrat op een kin, telkens moet je er naar kijken.
Jeremy Lipking, Skylar at 5, Olieverf op canvas, 25,4x20,3cm
Voor gelijkenis is allereerst een precieze vorm noodzakelijk. Die wordt door licht en donker bepaald. Met het geestesoog worden kleuren vertaald naar hun grijswaarde. Door je oogharen kijken helpt. Een zwart-wit foto van het schilderij in wording helpt nog meer.
Jeremy Lipking is een meester in die vertaling. Ik heb hem eens kleuren zien mengen bij een demonstratie van portret schilderen. Subtiele overgangen bereikte hij snel en schijnbaar moeiteloos, ook in de warme en koele kleuren. (Zie ook mijn Blog 2, over zijn demonstratie portretschilderen).
Bertrand Desmaricaux, sketch after life, Ange, oil on linnen, 40x50cm
Of je nou eerst een uitgewerkte tekening maakt of met vlekken begint, met fijne of grove toets werkt, scherp kijken is het devies. Met precisie bedoel ik niet: heel fijn geschilderd.
Bertrand Desmaricaux maakte een schets, naar het leven, van model Ange. Gaat ze zometeen iets zeggen? Komt er een wat ironische opmerking? Hartverwarmende kleuren, trots en zwierigheid… Dit kán Hegel toch niet afkeuren? Straks meer over Hegel.
René Tweehuysen, Cannon-ball Man, 2019, oil and tempera on linen, 100x75cm
Cannon-ball Man van René Tweehuysen, is ‘vormvast met losse toets’, met aandacht voor de huid van een man op leeftijd. Zelfs de wond op het voorhoofd is weergegeven. De kanonskogel heeft een bijzondere betekenis voor de man. Het maakt dit prachtige portret uniek.
Eh, het innerlijk
De filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831) zag het helemaal anders. Hij wond zich op over 'tot aan het afschuwwekkende toe gelijkende portretten', aldus Norbert Schneider in ‘Portretschilderkunst. Meesterwerken uit de Europeseportretschilderkunst 1420-1670’. *)
Schneider vervolgt, Hegel citerend:
'Schilders dienden de afgebeelde mens te verfraaien en allerlei uiterlijkheden weg te laten zodat ze “van het onderwerp het algemene karakter en de blijvende geestelijke eigenschappen opmerkten en weergaven.” Volgens deze opvatting was het geestelijke karakter het belangrijkst in een afbeelding van de mens.' (Id.)
Jacob Schlesinger, Portret van Georg Wilhelm Friedrich Hegel. 1831. Photo credit: nl.wikipedia.org
Dus de kunstenaar moest verfraaien, het algemene karakter tonen; was Hegel een Photoshopper avant la lettre? Mooie vrouwen, allemaal gestroomlijnd volgens het algemene karakter van de heersende mode?
Wacht, Hegel noemt ook het geestelijke karakter en blijvende geestelijke eigenschappen. Daar kan ik me wel in vinden. Echter, zonder uiterlijkheden? Realisme verafschuwen? Echt?
Hegel’s invloed op de beeldende kunst was en is groot. Na meer dan twee eeuwen is zijn geest nog steeds onder ons. In mijn schilderjeugd leerde ik al: ‘Verlies je niet in techniek, dat is doods, dom. Een goed gelijkend portret is niet zozeer kunst, alswel ambacht.’ Daar zit wat in, dacht ik toen. Per slot van rekening studeerde ik niet voor loodgieter.
‘Maar het moet ook lijken’, twijfelde ik, en dat sloeg natuurlijk op het uiterlijk.
‘Jawel, het moet lijken op het ínnerlijk’ was dan het antwoord. ‘Dat is de essentie. Tover met je intuïtie en kunstzin.'
Kirchner, Selfportrait. Photo credit: Wikipedia.org
'Zoek het gevoel achter het uiterlijk. Voelt die persoon rood aan? Who is afraid of red? Angst, verwarring? Maak het niet gladjes. Bovendien, wie kent over een eeuw die vrouw of man nog? En bedenk, een mooi schilderij blijft wel!’ Ja, dit soort advies kreeg je veel te horen.
Het gaat nu nog verder. Er zijn cursussen ‘intuïtief portret schilderen’, waar je ‘iets in jezelf naar boven haalt’. De geportretteerde zit er dan voor Piet Snot bij. Maar dit terzijde. Deze hedendaagse ideeën kunnen Hegel natuurlijk niet worden aangerekend.
Hoe dwingend de gevoelsontlading in het zelfportret van Ernst Ludwig Kirchner (1880 -1938) ook is, duidelijk is dat uiterlijke gelijkenis is opgeofferd aan zelfexpressie. Dat vond Kirchner geen probleem. Hij zette zich evenals Munch af tegen de klassieke traditie. Desalniettemin kan ik zijn zelfportret zeker waarderen, als uiting van zijn emoties.
Waar is het wonder?
De emoties van een ander zijn aan diens buitenkant tot op zekere hoogte wel degelijk te raden.
Caravaggio, Detail Medusa, diameter 48cm. Photo credit: Medusa Uffizi.it
Het uiterlijk van Medusa, geschilderd door Caravaggio (1571-1610), toont duidelijk haar emotie van dat moment.
Darwin was al geïnteresseerd in emoties, die zichtbaar worden in de gelaatsexpressie. Die is van groot belang voor het overleven. Is er gevaar? Hoe kijkt die mens naar mij?
Het bijzondere is: je kunt gevoelens zien. Hoe dat kan? Het zijn de spiertjes! Het gezicht heeft er ruim vijftig. Samen kunnen ze een paar duizend combinaties maken. Kijk, daar verschijnt het innerlijk leven in het uiterlijk: boosheid, verdriet, blijdschap. En de spiertjes rond mond en oog scheppen de fijnere nuances.
Mona Lisa’s beroemde glimlach berust mede op spieren in de wangen, vlak bij de mondhoeken. Ze zijn aangestuurd door zenuwen, vanuit de hersenen, het gevoel, het innerlijk.
Hier is het wonder.
De portrettist kijkt en ziet. Het portret komt tot leven!
Slechts techniek?
Pure techniek is onontbeerlijk. Komen tot de juiste proporties bijvoorbeeld. Dat is ‘gevoelloos’ meten, je ziet het onderwerp in abstracte gedaante. Zo zijn er meer basistechnieken te noemen die op zich weinig met gevoelens te maken hebben.
Proporties van het gezicht. Zie hobbytekenen.nl
Portretten zonder uitdrukking kunnen ontstaan door alleen maar gericht te zijn op de afmetingen. Of ook door gebrekkig te observeren. Toen ik een van mijn landschappen van een tijd terug bekeek, bemerkte ik tot mijn schrik dat ik de platheid ervan niet gezien had! Terwijl ik bij het schilderen, buiten, de mond vol had over diepte, ruimte... Ik zag daar de diepte immers! Ondanks die waarneming buiten was mij de platheid van het schilderij niet opgevallen!
Dit doet me denken aan muziek. Alles komt de oren binnen. Maar kun je de samenstelling van de klanken waarnemen? Per moment, en als deel van het geheel? Iemand die een instrument bespeelt, en vooral een bekwaam musicus, kan dat. Zo is het ook met schilderen. Het waarnemen en weergeven ontwikkelt en verfijnt zich met de jaren.
Yvonne`Melchers, Siena Palio XVI Aquila Eagle 1, oil on linen, 40x40cm
Bovendien, voor het zien van gevoelsnuances behoeft de portrettist zelf gevoeligheid. Die is toch ook weer persoonlijk en mengt zich met techniek.
Het recente, kleurrijke portret Siena Palio van Yvonne Melchers, met prachtige stofuitdrukking, toont duidelijk emoties. Je vraagt je af wat er in deze jongeman omgaat. Voelt hij wantrouwen, heeft hij de pest in? Gemengde gevoelens. Je weet het niet, en zo gaat het in het echt ook. Het maakt dit levendige portret extra spannend.
Kunst?
‘En de kunst?’ is de vraag die bij gelijkende en vakkundige portretten vaak wordt gesteld. Het idee bestaat dat het ‘vrije portret’ vanzelfsprekend kunst zou zijn, en een vakkundig portret niet, want dat zou slechts ‘ambachtelijk’ zijn. Zeker, een gelijkend portret kan als kunst pover zijn, echter, dat geldt net zo goed voor het ‘vrije portret’ . Of voor landschap, stilleven, welk onderwerp dan ook.
Het gaat dan eigenlijk om de vraag: wanneer is iets kunst? Grote kunst, of matige kunst? Heikele kwesties, er is veel gekkigheid over beweerd, en het valt buiten dit bestek.
Frans Hals, Portrait of Catharina Hooft and her wet-nurse, Ca1620, Oil on canvas, 92x68cm
De opvatting, dat een goed gelijkend portret niet zo maar kunst is, is wel begrijpelijk. In een landschap kan de kunstenaar bergen en bomen verplaatsen omwille van harmonie, uitdrukkingskracht, schoonheid. Geen haan die naar een exacte weergave kraait, omdat hier wetten van de kunst werden toegepast. Daardoor ontstijgt het aan de kopie. De eis van gelijkenis van een portret is echter dwingend. En remmend. Dan kan precisie tot bevriezing leiden, maar dat is geen wet van Meden en Perzen.
Frans Hals, Malle Babbe, Ca.1633-1635, Oil on canvas, 78,5x66,2cm. Photo credit: historiek.net
Frans Hals schilderde vrijer wanneer het geen portretopdracht betrof. Misschien moet je het dan eerder als gezicht of genrestuk benoemen in plaats van portret. Evengoed, als groot kunstenaar wist Hals ook zijn gelijkende portretten tot hoge kunst te verheffen. En wat te denken van Rembrandt…
Tot slot
Een voorbeeld van vrij en gebonden is het fantasierijke Byzantium van Julio Reyes.
Julio Reyes, Byzantium, 2020, Egg tempera and oil on copper, 28x29cm.
detail Byzantium
Hij speelt in dit sublieme schilderij met tempera en olieverf op wonderbaarlijke wijze en gaat heel ver in vrije weergave. Tegelijkertijd blijft hij trouw aan de vorm.
Uit dit verhaal zou je kunnen opmaken dat ik een dogmatisch gelovige van realisme ben. Moet ik zeggen dat dat niet zo is? Vele wegen leiden naar Rome. Zo is expressionisme één van de vele andere benaderingen waar je van kunt genieten, zonder dieptepsycholoog te zijn.
Het heeft geen zin om de meetlat van realistische precisie te leggen op meer expressionistische kunst. En andersom evenmin. Op een dag gaat dit laatste nog eens vanzelf spreken. Het gaat om kwaliteit binnen een bepaalde stijl.
Ik wilde met dit verhaal aantonen dat je met realisme de gezichtsuitdrukking heel goed kunt weergeven, met goed kijken naar het uiterlijk, waar vooral spiertjes het innerlijk kunnen tonen.
Een wonder van het menselijk lichaam!
*) Norbert Schneider, Portretschilderkunst. Meesterwerken uit de Europese portretschilderkunst 1420-1670, p.14.
Met dank aan Jeremy Lipking, Yvonne Melchers, René Tweehuysen, Bertrand Desmaricaux en Julio Reyes voor het mogen plaatsen van hun werk.
Met dank aan Yvonne Melchers, Jeroen Strengers en Nico van Niekerk voor tekstcommentaar.
Mijn stokpaardje
Het hardnekkige taboe van De Volkskrant op hedendaags realisme verdwijnt stilletjes. Af en toe zelfs waardering! Wieteke van Zeil schreef over de expositie van Henk Helmantel in het Drents Museum in Oog voor detail: ‘Wat doen die kapotte drinkglazen op dat schilderij?’ (Vk 2021-01-02).
Het is een verrassend positief commentaar, via de reactie van kinderen:
“Toch bleven ze minstens anderhalf uur hangen bij de meditatieve schilderijen van Henk Helmantel. Ik zag hun blik vertragen, en hoe de sfeer van de schilderijen ze steeds meer beving. Zo’n sfeer die regisseurs zorgvuldig opslaan, voor een volgende film.”
Volkskrant 30 oktober 2020
Nieuws
In 2020 tot nu, kwam mijn werk in allerlei boeken, tijdschriften, sites (zoals Museum of Art), exposities (Møhlmann, MEAM), kunstkaart, en in finales van internationale competities. Zie pagina’s Home en andere van de website.