En:
Galerie Petit wordt opgeheven.
Mijn stokpaardje, de media.
Museum Møhlmann nodigde mij uit voor deelname aan de tentoonstelling Stapel op Vee. Mooi! Altijd al wilde ik paarden en koeien van de Pyreneeën schilderen. Ze zijn schitterend in dat landschap. Geen rotzooi daar. Schone lucht, weiden vol kruiden. Ik wandel er graag. Het oog schiet in de schilderstand zodra deze dieren verschijnen. De opwinding slaat toe bij spannende composities. Ik ren of sluip, onderwijl de camera openend, mijn blik op het tafereel gericht. Het moest een keer gebeuren: een kuiltje en ik viel. De enkel deed vreselijk pijn.
Wat moet dat?
Vlakbij stond een grote drinkbak waarin ik mijn enkel onderdompelde. De koeien kwamen op een drafje naar me toe en ik vreesde hun gewicht en grote horens… Ze gingen allemaal bij de andere helft van de bak staan, de ogen met grote wimpers op mij gericht: “Wat moet dat hier!?”
Hoe nu naar beneden? Mijn man zag een jogger, ver weg. Uit alle macht blies hij op het alarmfluitje. De jogger jogde door. Na het derde signaal draaide hij zich toch om. Ik stak beide armen in de lucht, voor het noodsignaal. De reddende engel bleek van de Guardia Civil. Goed getraind kon hij me wel over de rivier dragen. Of moest ik achterblijven? Nee, ik sleepte me wel tussen de Nordic Walk stokken voort. Terug in het dorp verzekerde de dokter me: “Als u zoveel kilometer heeft kunnen lopen kan de enkel alleen maar verstuikt zijn.” Helaas, dit was geen feit, de enkel bleek gebroken. Keienpoten moet je hebben in de bergen!
Veulen in de Pyreneeën
Veulen in de Pyreneeën
Nee, dit veulen is geen paradepaardje en evenmin een wild paard. De benen zijn korter dan die van zijn Nederlandse familie. Het jonge beest heeft al flink ontwikkelde spieren want rotsen en kloven vereisen acrobatische vaardigheden. Hoe het ras heet kon ik zo gauw niet achterhalen. Dat zal het veulen een worst zijn. Over worst gesproken: het veulen is wel vee. Geen romantiek hier.
Merrie met veulen
Voor dit beeld zou ik zo twee gebroken enkels over hebben. Nou, moeilijkheden kwamen er toch wel. Oorspronkelijk stonden de paarden midden in het groen, terwijl ik ze voor me zag in ruimtelijk blauw, een paardenparadijs. Voor paarden slaat dit natuurlijk nergens op, die hebben liever groen.
Ik maakte ontwerpen met Fotoshop. Het blauw kon een lucht zijn, maar ik wilde een berg. Een blauwe berg moet ver weg liggen; was die van mij dan niet veel te hoog, zat er niks tussen de paarden en die verre top?
Merrie met veulen
Tijdens het schilderen veranderde de berglijn voortdurend. Er kwamen bergen bij en anderen gingen weg. Dat is best fijn om te doen. Fijner dan die manen schilderen, dat is niet zo avontuurlijk en het gaat zo langzaam, vooral waar de haren in de war zitten. Vroeger, toen ik me veel minder om details bekommerde schoot het schilderen altijd zo lekker op. Maar, de weg naar het doel hoeft niet steeds plezierig te zijn, als het eindresultaat maar plezier geeft. Het onregelmatige, niet-schematische moet er ook zijn. Het concrete zit vaak in details. Wanneer houd je op met detaillering? Als verstarring begint. Maar ja.
Op de kop
De contouren van de bergen: moeten ze een echo zijn van de vormen van de paarden of is contrasteren beter? Sneeuwtoppen in de verte?
Ik houd het schilderij op de kop om onafhankelijk van de voorstelling om inzicht in de compositie te krijgen. Opeens vind ik wel dat er teveel groen-geel tegenover het blauw staat. Daarom komt er meer rots, witte rots van titaanwit met een beetje gebrande sienna er door. Dat steekt beter af tegen het blauw.
Het schilderij is nog niet af.
Galerie Petit
Droevig bericht
Ton van Dijk van Galerie Petit overleed in 2015. Zijn vrouw Dobs volgde hem eind 2017. De galerie wordt opgeheven. Het werk dat er in stock zat heb ik pas opgehaald.
Hoeveel goede galeries voor realistische kunst zijn er nu nog in Amsterdam? Op minder dan één hand te tellen. ‘That’s a shame!’, zoals een Amerikaans kunsthistoricus pas geleden zei. Amsterdam, in het land dat het realisme weer deed opbloeien…
My hobbyhorse. Gezien van de Riet
Mijn stokpaardje, de media
Galerie Staphorsius waar nu ook werk van mij hangt kreeg dit keer veel aandacht in de media: NRC, Telegraaf, Noordhollands Dagblad (twee keer). Een deel van de expositie was gewijd aan Rein Stuurman die de eerste vogelgids van Nederland illustreerde. Het bezoekersaantal is nu gemiddeld veertig per dag, al zes weken lang. Dat is zeker het dubbele van wat de galerie gewend is.
Op mijn stokpaardje gezeten zeg ik telkens weer: geven de media meer aandacht aan realistische kunst dan zou die er zoveel beter voor staan. Daarom moeten toekomstige kunstjournalisten weer goed worden opgeleid, daarom moeten de universiteiten … je weet wel.