Jarenlang woonde ik in de bergen, de Andes van Bolivia. Dikwijls keek ik omhoog, naar de eeuwige sneeuw van de Illimani. Terug in Nederland miste ik dat wel. Gelukkig heb je in ons land prachtige wolkenluchten. En toen ik eens in de winter een kale beuk van onderaf bekeek zag ik de takken, reikend naar het licht, de ruimte, het heelal. Dat was het eerste wat mij trof van bomen.
Tak Witte Abeel, Potlood/papier 15x10cm
Er kwam meer. De architectuur van een kastanje, ook weer in de winter. De kleuren van nat geregende schors. De fraaie bochten in de takken van de witte abeel. De wortels van een beuk.
Zodoende luisterde ik met gespitste oren naar het verhaal van Huijgen Leeflang - conservator Rijksprentenkabinet – bij de opening van een expositie in Galerie Petit, november 2014. Hij vertelde hoe schilders in de Gouden Eeuw bomen behoorden weer te geven. Het ging om variatie en differentiatie van bijvoorbeeld takken of gebladerte. Je moest het eigene weten te treffen.
Thuis gekomen zocht ik Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt (1677) van Samuel van Hoogstraten op:
'Zie toe, indien gy met een losse zwier de spartelachtige meijen der boomen nabootst, dat gy elk in haer eygen aert uitbeelt; want de beezemachtige Cipres, en den kronkelenden Eykeltak gelijken elkander niet. Linden en Willigen loofverschilt te veel; zoo verschilt de stam des Kastanjebooms van des Beukelaers. Onderschey Rotssen, Grotten, Geboomten, Struiken, Stammen, Biesbossen, Bloemen, Lovers en Takken.’ (Vijfde hooftdeel. Van Landschappen. P.139)
Dit trof mij zeer want ik had juist witte abelen geschilderd met het voornemen niet alleen veel aandacht te geven aan het licht, maar ook aan de schors, en ik wilde de blaadjes die je afzonderlijk kon zien zoveel mogelijk als individuutjes behandelen. Gevaarlijk, ik weet het. Maar als het goed gedaan is kun je detaillering vergelijken met muziek waar elke noot duidelijk moet worden gespeeld zonder dat de melodie verbrokkelt, waar variatie in de herhaling alleen maar verrijkend werken. Dat wilde ik graag proberen. Ik moest natuurlijk rekening houden met wat dichtbij en veraf was en met wat meer of minder aandacht moest trekken, wat wel en wat niet precies moest.
Later kom ik wel weer eens terug op die gouden eeuw. Een eeuw vol schatten. Voor de volgende keer: is er een beweging opgekomen in de Verenigde Staten van realistische kunst, of zoals het daar genoemd wordt: representational art?
Witte Abelen in de duinen, - alkyd en olieverf op paneel - 90x60 cm - Gezien van de Riet
Bovenstaand schilderij ‘Witte Abelen in de duinen’ werd pas geleden geselecteerd in de eerste ronde van het concours voor figuratieve kunst, dat jaarlijks wordt georganiseerd door het MEAM (Museo Europeo de Art Moderno) in Barcelona. Ik ben er reuze blij mee, ook omdat de jury bestaat uit schilders als Antonio López García en Odd Nerdrum