Realisme
Het mooiste van de roos is de roos zelf. Wil ik dat moois krijgen, dan moet ik die roos schilderen. Zo kwam ik bij realisme uit. Als het schilderij net echt lijkt is dat alleen maar omdat zo de schoonheid tot uitdrukking kon worden gebracht.
De schoonheid in de natuur betovert me altijd.
Lucebert schreef zo’n prachtige dichtregel: ‘schoonheid heeft haar gezicht verbrand’. Denk aan oorlogen. Toch: ellende begon al bij Adam en Eva. En kijk eens hoeveel schoonheid er sindsdien is geschapen.
Die schoonheid vatten vereist lang en scherp kijken. Dan ontstaat een persoonlijke selectie, ingegeven door kunstzin. Zo kijken was al het oormerk van de realistische schilders van de Hollandse Gouden Eeuw. Ik voelde me verwant aan hun ideeën en schrijf daarover in mijn boek Gezien van de Riet. In ‘t leven vindtment al, en in de blogs ‘Imitatie en Verbeelding’.
Voorstellingen over mensen fascineren me ook. Dan kan er een ander soort schoonheid ontstaan, eentje die verbonden is met ervaringen en gevoelens…
De realistische kunstenaar kan bomen verplaatsen, kleuren dimmen, details weglaten vanwege de harmonie of het persoonlijke gevoel. Maar deze veranderingen mogen niet opvallen. De ‘echtheid’ moet immers worden opgeroepen. Ivan Shishkin, of Frederic Church, konden dat. Hun kunstzin was verbonden met grote vakbekwaamheid.
